vrijdag 24 juli 2009

Weekendje weg

Nu en dan besluit men om even geen vrijwilliger meer te zijn, en besluit dat het tijd is om vrienden op te bellen en samen eropuit te gaan. Een week geleden was het zover. Samen met Harmke en Saskia hadden we een weekend safari gepland in Mole National Park.
Ik zakte af naar Tamale, wat zo'n drie uur duurt. Daar ontmoette ik de andere twee en brachten we vervolgens gezellig een middagje door op het busstation van Tamale. De bus naar Mole was er namelijk niet. In de weken dat ik noodweer alleen 's nachts mee had gemaakt kwam nu verandering. De hel was losgebarsten en zorgde voor paniek en onrust bij de locale bevolking. Vrouwen gilden en sprongen op de randen van de zitbankjes. Dat betekent, pal achter je hoofd. Hun enorme emmers en schalen hadden ze er voor het gemak naast gezet. Wankel balanceerden ze heen en weer. Gelaten wachtten we het af. Het was nog maar de vraag of we vandaag wel Mole zouden bereiken, want met zulk noodweer gebeurt het meer dan eens dat de bus helemaal niet meer vertrekt. De weg is dan te slecht. Gelukkig vernamen we, na twee uur, dat de bus er toch was. Nu was het slechts nog zaak deze te zoeken. Uitdaging nummer twee. Moe en ellendig door de malaria liep ik achter de andere twee. De spierpijn was killing me.
Eenmaal binnen werd het niet veel beter. De zitplaatsen zaten enorm dicht bij elkaar, drie en twee stoelen aan weerszijden van het gangpad! Degene die onze kaartjes had gekocht had ons geen dienst bewezen. Daar zaten we dan, op elkaar gepropt tussen de locale, luidruchtige bevolking van Tamale. Ik vind dit trouwens echt een nare stad. De mensen zijn onbeleefd, ruw, en de meesten zijn ronduit onaardig. Daarbij komt de typisch Ghanese manier van communiceren. Dat kan namelijk alleen op schreeuwende toon, ook als je tien centimeter bij elkaar vandaan zit, of over iemand heen moet hangen. In dit geval over ons. Gelukkig praatten ze alleen als de bus stilstond. Dat is het signaal dat men wakker moet worden. Zodra de bus in beweging was en over modderige, ongelijke zandwegen raaste - en elke drempel ons een kilometer de lucht in lanceerde - was geen Ghanees wakker. Waar wij misselijk en ellendig door elkaar geschud werden, gaven vrouwen hun kinderen de borst en hield de rest zijn siesta. We legden een causaal verband tussen het continu op de rug dragen van kinderen door hun moeder, en de bus die de herinnering van het wiegen oproept. Helaas stopte de bus vaak onderweg, wat de rest van de passagiers de gelegenheid gaf meteen heel Ghana bij elkaar te schreeuwen en uit het raam verschillende etenswaren te kopen. Deze at men vervolgens uitgebreid in de bus op, en de artikelen varieerden van rottende vissen en pinda's waarvan de schillen in het gangpad werden gespuugd. Onze reis was echter pas af toen er man met een tweepersoonsmatras, een geit en een kip aan boord kwam. De geit stond op het trapje bij de deur, onder het matras, want dat bespaart ruimte. Hij werd bijna geplet en blaatte klaaglijk. Daarop besloot zin eigenaar toch maar het matras van hem af te halen, om het beest in het gangpad te laten staan. De kip schopte hij met zijn voet onder de stoel. De laatste twee uur brachten we niet alleen door in ellende, maar ook in stank.
Zaterdag en zondag hadden we alle tijd om het ons naar de zin te maken in Mole. Wat was het toch fijn om een kamer te hebben met elektriciteit, licht, stromend water en een wc! Ik was vooral blij met het laatste. Mijn gezin heeft namelijk geen wc. Wij hebben een poepgat. Een gat, waar de ontlasting van anderen aanhangt en waar overdag vliegen zwermen en 's nachts kakkerlakken huishouden. Needless to say, ik vind het er echt enorm smerig.
Zaterdagochtend werd er hard op de achterdeur geklopt. Harmke was net bezig onze mango te verdelen. Achter het raam stond een grote baviaan! Een aap aan de deur! Hij bleef maar op het houtwerk rammen. Harmke en Saskia renden gillend naar de badkamer. En terecht, als je gebeten wordt door een agressieve aap ben je niet blij. Ik kon niet anders dan stil blijven zitten. Ziek en misselijk zat ik vast aan mijn bed.
In de namiddag heb ik me laten verleiden tot een hike. Ik wilde natuurlijk wel olifanten zien. Ondertussen had ik pijn in mijn nek, schouders, buik en rug. Ik wist niet waar ik het moest zoeken van ellende. De laatste klim omhoog werd me dan ook te veel, en wat was ik blij dat Harmke en Saskia in de buurt waren. Wat kan ik zeggen, een hike in de volle zon is niet bevorderlijk voor je malaria. Maar wat was het mooi. Olifanten hebben we niet gezien, wel antilopen en knobbelzwijnen. En eenmaal boven, was het uitzicht onbetaalbaar.
Wat was ik blij zondagochtend. Ik voelde me zowaar goed genoeg voor poging tot wandeling nummer twee! De avond ervoor hadden we bedacht dat ik 's ochtends mee zou gaan om olifanten te zoeken waarna ik 's middags rustig kon slapen of sterven aan het zwembad. Vol goede moed liep ik achter de gids aan. Het was een enorm verschil met de dag ervoor. Geen pijn, geen ademnood - ik telde mijn zegeningen. Eindelijk had ik werkelijk oog voor de natuur om mij heen, en de koelte van de ochtend deed me goed. Dat moet nog worden gezegd. De wandeling begon om zeven uur 's ochtends. We waren alweer bijna thuis toen onze gids iets in de verte zag. Een olifant! Binnenkort foto's.
Eenmaal weer terug in het hotel hebben we nog lang op de uitkijkplek gezeten, waar we zicht hadden op olifanten die aan het baden waren. We keken hoe ze elkaar onder water duwden en elkaar natspoten. Het had een werking zoals een extreem interessante film.
Zondagmiddag begonnen we aan onze laatste onderneming, het bezichtigen van Larabanga, een dorpje drie kilometer verwijderd van het hotel. Eigelijk heb ik een gruwelijke hekel aan het bezoeken van schilderachtige dorpjes. Het doet me denken aan simpele Nederlandse toeristen die helemaal onder de indruk zijn van pottenbakkerijen in een dorp op Kreta. Maar Larabanga is anders. Er wordt gezegd gezegd dat de oudste moskee van Ghana zich daar bevindt, en nouja, Ghana istoch anders dan Griekenland. Door elkaar geschud stoven we weer over de rode zandwegen. Op elkaar gepropt zaten we in een karretje dat vastzat aan een scooter. Zulke kleine dingen maken een mens erg blij. Een mens wordt minder blij zo gauw het scootertje halt houdt, dan wordt men omringt door allerlei mensen en erger, kinderen. Gelukkig kwam snel een gids, een grote man van ongeveer dertig. Hij liet ons verschilldende woningen zien, waar we weigerden foto's te maken. In een van de hutten waar hij ons naar binnen leidde lag een jonge vrouw. Naast haar lag een kleine baby onder een muskietennet. Haar kindje was gisteren ter wereld gekomen, na een moeilijke bevalling die lang duurde. Om haar heen zaten, lagen, rolden, een stuk of zeven kinderen in de leeftijd die varieerde van zes maanden tot een jaar of drie. Het was er benauwd, de ruimte was niet groot. Ik begon me ongemakkelijk te voelen. Meer vrouwen waren ons naar binnen gevolgd, en stonden dicht tegen ons aan. Een stootte met haar elleboog tegen me aan, omdat ze zich te ruw omdraaide. Omdat het best een klap was pakte ik mijn arm automatisch vast en mijn blik gleed opzij. Tot mijn afschuw zag ik dat het niet haar elleboog was die zo hard tegen me aankwam. Het was het hoofd van haar baby, die ze op haar rug droeg. Geschrokken legde ik mijn hand erop. Met evenveel afschuw haalde ik die weer weg, want vijf centimeter afstand waar mijn hand lag het hoofd van het kind open. Uit de wond kwam pus. We waren opgelucht toen we deze ruimte konden verlaten. De rest van onze wandeling was minder schokkend en bovendien erg plezierig. De gids hield de agressieve kindertjes op afstand, en waar hij het niet deed deden we het zelf. Kofi Annan zou niet erg trots zijn, maar de weerzin die zoveel agressie bij een mens oproept is bijna niet voor te stellen. Toeristen die zonder Ghanees gezelschap Larabanga hadden bezocht, deelden ons mee dat nooit nog een keer te zullen doen. 'The children here are far more agressive than anywhere else in Ghana.' En toen kwamen we bij de moskee. Natuurlijk geloofden we niet dat dit het oudste stenen gebouw van Ghana is. Maar die plek, met een baobabboom die meteen doet denken aan De Kleine Prins vonden we zo mooi. Wat zouden we graag even onder die boom hebben gezeten, en gekeken hebben naar wie er langs kwam. Helaas zou dat nooit hebben gekund. Privacy bestaat sowieso niet in Ghana, en bovendien zouden we belaagd worden door horden kinderen en andere dorpelingen. Mensen zijn namelijk uiterst geinteresseerd in het leven van anderen, en dat bleek toen we uitkwamen op een ietwat open plek. Er was geschreeuw en er stonden mensen op de takken van een boomom niets van het schouwspel te moeten missen. Onze gids pakte een stok en rende schreeuwend en om zich heen maaiend door de menigte heen. Nieuwsgierig kwamen we dichterbij (gebrek aan nieuws en tv maakt ons schaamteloos) maar we konden weinig meer zien dan een stel schreeuwende vrouwen en onze gids. Wat was er aan de hand, vroegen we hem later. Een ruzie tussen twee meisjes, was zijn antwoord. Ze waren veertien en twaalf.

Onze laatste uren met daglicht brachten we door op een andere uitkijkplaats. We konden verschrikkelijk ver kijken over de beboste heuvels. Om ons heen zagen we allerlei vogels in felle kleuren. Rood, geel, turkoois. Mama belde nog vanuit Polen.

Spijtig genoeg konden we niet langer blijven in Mole. De plicht roept, en bovendien hadden we niet genoeg geld om een paar dagen langer te blijven. Maar wat was het fijn om weg te zijn, en ik kijk er enorm naar uit door Ghana te reizen. Toerist zijn is geweldig.

woensdag 22 juli 2009

All of them witches

Afrika is niet alleen een spannend voor Europeanen door de chaos en exotische ziekten als malaria. Er is een dimentie die wij op ons continent al lang geleden vaarwel hebben moeten zeggen, niet in de eerste plaats door de opmars van elektriciteit en de opmars van de wetenschap, die voor steeds meer mensen toegankelijk werd. Hier heeft de onttovering van de wereld nog niet geheel doorgezet.
Gisteravond kwam mijn gastbroer thuis. Ik was op de binnenplaats bezig met de was. Het licht was uitgevallen dus gebruikte ik mijn mobieltje als zaklamp (mijn echte zaklamp heeft het leven gelaten namelijk). Moeizaam waste ik mijn witte broek uit. Waarom moet ik in godesnaam altijd 's avonds wassen, in plaats van mijn bed op tijd opzoeken om er dan op tijd uit te gaan. Omdat ik te weinig kleren bij me heb, denk ik. De vlek is helaas permanent, boenen heeft geen zin.
Mijn gastbroer studeert aan het het Nurses College en komt vaak laat in de avond thuis. Soms zelfs om twee uur 's nachts. Hoeveel uur hij slaapt is mij een raadsel, want zijn eerste college begint om half acht in de ochtend. Niettemin vindt hij het altijd leuk om me aan te spreken en een tijdje te blijven praten. Ik op mijn beurt vind het ook gezellig. Hij vraagt vaak dingen over Nederland, mijn familiesituatie, of mijn studie. 'I hope I don't ask too many questions,' zegt hij dan. Deze keer zie ik mijn kans om eens te vragen naar hetgeen men mij hier geen antwoord op wil geven.
Maar hier komen ze, de spookverhalen. Mijn gastbroer is iemand die steeds meer verwijderd raakt van de werkelijkheid van vroeger. Door zijn studie, maar hij heeft ook opgemerkt dat de wereld om hem heen verandert. Steeds meer gezinnen hebben elektrisch licht. Gek genoeg gaat het gepaard met minder waarnemingen 's nachts. Nog steeds moet je op je hoede zijn als je midden in de nacht op stap gaat. Zijn vader bijvoorbeeld heeft meerdere malen, wanneer hij op de motor naar huis reed, moeten stoppen voor vreemde lichten van vuur op de weg. 'When you encounter those, you have to stop and wait,' aldus mijn gastbroer. 'They will not harm you, but when you would go though them, you could die.' Een andere keer zat hij achterop bij zijn vader, laat in de avond. De weg liep af en op een afstand stonden mensen op de weg met elkaar te praten. Toen ze werden beschenen door het licht van de motor, losten ze op. 'My father told me it were ghosts. If you carry some cola nuts and tobacco with you, the soundand scent will scare them away.'
Soms kunnen bovennatuurlijke krachten ook actief optreden en what is more, agressief. Een studiegenoot kwam op een nacht hijgend en nat aan bij de dorm. Hij was water gaan halen - natuurlijk ook midden in de nacht - tot iets hem zei dat hij zijn emmer niet op deze plaats moest vullen. Blijkbaar ging alles heel snel, want ineens was het alsof iemand hem flink in zijn gezicht sloeg. Uit evenwicht en gedesorienteerd probeerde hij uit te vinden waar de klap vandaan kwam. Hoewel geen mens te zien was, was het duidelijk dat iemand aanwezig was en blijkbaar niet gesteld op gezelschap. Nog een klap volgde, en uit angst begon hij terug te rennen naar de richting waar hij vandaan kwam. Daar bleef het niet bij. De kracht bleef hem achtervolgen tot vlak voor zijn dorm, waar die hem overviel en hem ditmaal op de grond kreeg.

Het meest intrigerende vond ik het volgende. Hij had vroeger een vriend op school die een jaar onder hem zat. Een zeer intelligente en sympathieke jongen, zoals ze vaker voorkomen in de wereld. Hij had echter kwaliteiten die niemand thuis kon brengen. Zo kon hij in een oogwenk verdwijnen uit een gesloten ruimte, tezamen met een paar koffers die hij had ingepakt om naar zijn ouders in Accra mee te nemen. Deze kwaliteit kwam ook van pas als hij zich naar school moest begeven. Voor mijn gastbroer was het van groot belang om op tijd bij de les te zijn, want wie te laat was en onverzorgd op school verscheen kon klappen verwachten. Hij waarschuwde zijn vriend dan dat hij haast moest maken en rende dan de deur uit. Zijn vriend stond hem vervolgens op school op te wachten, keurig gewassen en aangekleed, en zonder een spoor van stress. Zijn identiteit gaf hij prijs door mijn gastbroer iets bijzonders te laten zien. Mijn gastbroer had een kist, welke leeg was, die hij vervolgens afdekte om deze op te bergen. Om een onduidelijke reden bedacht hij dat hij er toch iets in wilde stoppen en haalde het deksel eraf. Gewend aan allerlei kolderprogramma's kunnen jullie wel raden wat hij aantrof; namelijk een volle kist. (Ik kan jullie verzekeren dat dit verhaal een stukje enger klinkt in het donker, verteld door iemand die oprecht in bovennatuurlijke zaken gelooft.) Zijn vriend is weleenswaar een heel gewoon iemand, met gewone ouders, met uitzondering dat zijn vader een heks is en deze gave aan hem heeft doorgegeven. 'He is not afraid of it, it's just who he is.'

Wat men er ook van mag vinden, geesten en hekserij zijn nog altijd een deel van de werkelijkheid. Hoewel de christelijke religie heidense praktijken verbiedt, is er niemand die zulke opmerkelijke dingen nooit heeft meegemaakt. Helaas, of misschien wel beter, zullen ze weldra uitsterven. Steeds meer mensen genieten een hogere opleiding, en het leven wordt steeds moderner. Technische vooruitgang en verschillende voorlichtingsprogramma's vergroten de kennis van de locale bevolking, en dwingen die beter te zoeken naar verklaringen voor onbegrepen zaken.

Ondertussen blijf ik zoeken naar echte heksen, toekomstvoorspellers en traditionele genezers. Hier in de regio bevindt zich een heksendorp, waar vrouwen die verstoten zijn door hun gemeenschap zich hebben gegroepeerd. Maar hierover meer wanneer ik het met eigen ogen heb gezien.

woensdag 8 juli 2009

De positievere benadering van een obstakel

Dat is, naar mijn mening, door de benaming iets aan te passen. In plaats van obstakels ga ik vanaf nu denken in uitdagingen. Ik sta voor vele uitdagingen.

Een is, je doelen te moeten bijstellen, bijschaven, en soms loslaten. Ga ik lesgeven? Of discussiegroepen leiden? Ik weet het inmiddels niet meer. John is al een paar dagen ziek en ik moet me nu redden met mijn andere Ghanese collega's. Meet David and Laetitia.

David staat direct onder John. Nu John weg is, meent David zijn positie te kunnen bekleden. David gedraagt zich dus een beetje alsof hij John is. Helaas heeft hij niet dezelfde brains, en dat is een obstakel waar hij nu en dan tegenaan loopt. Bijvoorbeeld wanneer hij me aanspoort om mijn werk volgens hem sneller of beter uit te voeren. In dit geval, de vragenlijst. Ik was er sinds vrijdag mee bezig, miserable en wel. Internet af en aan aanwezig. Tot het bijna donker werd en ik echt naar huis moest. In het donker je weg vinden is hier niet prettig. Niet vanwege mensen met slechte bedoelingen - het is hier heel rustig en kalm - maar vanwege de slechte wegen die niet verlicht zijn. Als je niet uitkijkt, beland je zo in een greppel. David was inmiddels goed op weg zijn intimideer kwaliteiten op mij te oefenen. "Because John wants the list ready by tomorrow and there are still some imperfections, you have written it yourself in your email.." Ik ben natuurlijk gelijk een beetje aangebrand. Maar mooi dat ik het niet laat merken! Fijntjes wijs ik hem op een paar specifieke vragen, waar ik zijn mening over vraag. Die moet hij me schuldig blijven. "I have only scanned it.." "Oh David!", zeg ik met een lach, "does that mean you have not read it completely?" Daarop moet hij wel afdruipen. Let wel, niets geniepigs zit hier in. Anders is het snel voor me bekeken.

Laetitia is een pittige tante. Dat zou je niet zeggen wanneer ze met haar kinderlijke gezichtje weer eens haar facebook checkt in plaats van zich nuttig te maken. Haar kinderlijke gegiebel maakt haar appearance er niet serieuzer op. Aan Laetitia ben ik gekoppeld om de vragenlijsten af te nemen. En dat is, volgens haar, het enige dat van belang is. Ik probeer rustig, doch aanhoudend, er tussendoor te persen dat ik contact met de mensen zelf ook heel belangrijk vind. Immers, op de laatste vergadering met John hebben we besproken dat ik samen met haar discussiegroepen ga leiden. Maar zij is ook aanhoudend en verzekerd me dat de vragenlijsten toch echt verwerkt moeten worden. En zo hebben we een middagje doorgebracht.

Het is heel verleidelijk al het werk op je te nemen omdat het dan tien keer zo snel gaat. Met een hoop stress als resultaat, want niets lukt en in jouw ogen knoeit men soms maar wat aan. Vandaag, na een mailtje naar nama, zag ik weer een en ander in perspectief. Beter is het, om zoals mams zei, zoveel mogelijk te observeren en op te schrijven. De gedachtegang van mijn Ghanese collega's te achterhalen. Hun werkwijze en hun opinies. Het commentaar erop kan ik verwerken in essays of brieven. Of natuurlijk - dit gedeelte aan jullie over te laten.

maandag 6 juli 2009

Obstakels

Vrijdag waren we goed op weg. Ik was door John gerustgesteld dat ik niet alleen diende als onderzoeksmachine, die haar tijd in Ghana zou doorbrengen achter de trage computer met continu uitvallend internet. Hoewel het doel erg nobel is en goed zou staan op mijn c.v., werd ik erg ongelukkig bij de gedachte eerst mijn tijd door te brengen met het lezen van artikelen en rangschikken van data die ik vervolgens zou presenteren aan de vertegenwoordigers van de in Ghana aanwezige NGO's. Juist achter dat masker wil ik komen, en dat kan slechts door menselijk contact!

Teleurgesteld was ik in eerste instantie toen ik vroeg naar de mogelijkheden les te geven op scholen. John's antwoord was dat ik daar geen tijd voor zou hebben - ik ben hier nog maar vier weken. Maar niet lang. Ik ga hier namelijk discussiegroepen leiden voor vrouwen tussen de 16 en 30 jaar. We gaan in dit seminar verschillende thema's behandelen die elk te maken met hun positie op seksueel gebied. Vrijdag hebben we de vragenlijst besproken die als uitgangspunt zou dienen voor onze bijeenkomsten. Ik heb deze bijna helemaal moeten herzien, want hij is crappy as hell. Mama en Marit, heel erg bedankt dat jullie de moeite hebben genomen en me een push in de goede richting hebben gegeven!

Aan al dit goede nieuws zit ook een keerzijde. Vanaf vrijdag voelde ik me niet helemaal goed en dat was niet voor niets. Vandaag heb ik bloed laten prikken in het lab - een erg spannende onderneming vond ik zelf, maar de naalden waren keurig steriel - en de uitkomst is malaria. Morgen moet ik dus naar het ziekenhuis voor een treatment en God weet hoeveel uur dat bezoek in beslag gaat nemen. Men is hier, zoals ik al eerder heb gezegd, niet zo snel..

Ik houd jullie op de hoogte!

Met liefs en een dikke kus, (ik zou graag meer schrijven maar ik moet helaas gaan - het center sluit en het is hoog tijd naar huis te gaan)

Pauline

vrijdag 3 juli 2009

Vrijdagochtend

Men moet in Ghana niet opkijken dat alles compleet wordt omgegooid. Vaak komt er ook weinig terecht van de oorspronkelijke plannen - met andere woorden, de reden waarvoor je hier gekomen bent. Voor mij, een perfectionistische controlfreak, zijn dit obstakels die het me wel eens flink moeilijk kunnen maken. Loslaten is een ding, maar jezelf veranderen gaat niet in een week. Een verblijf in een omgeving als deze is natuurlijk wel goed voor je ontwikkeling, enzovoorts, enzovoorts, maar zegt op het kritieke moment heel weinig.

Soms pakt het juist beter uit. De bedoeling was dat ik voorlichting ga geven, zo stond er in de aakomschrijving, in de vorm van lessen op middelbare scholen. John was echter zo blij met mijn rechtenstudie en ambities later zelf bij de Verenigde Naties te werken dat hij me inzet bij het onderzoeken naar de kennis en opvattingen over de seksuele rechten van vrouwen. Mijn werk bestaat voorlopig uit het zoeken naar literatuur die dit thema aansnijdt en het meewerken aan het opstellen van een vragenlijst waarmee we de gegevens in kaart kunnen brengen.

John is here! We gaan vergaderen over de vragen die in de lijst komen. Straks meer, ik heb er zin in.